Schrijvers om de Noord
Martin Reints
Fluisterend
Niet alle stoelen staan goed
tenminste: in een van de rijen staat een stoel die
eigenlijk in een andere rij stoelen thuishoort
maar waarom moet zoiets je opvallen? en waarom
zou je er iets over zeggen
tegen iemand die naast je zit en waarmee je niet eens in gesprek bent?
zeker nu de nog uit oude godsdiensten bekende goden zwijgen en
iemand voor in de ruimte waarop we op onze stoelen zitten zijn stem
dempt en hij, lijkt het zelfs, langdurig niets zegt tegen iemand anders
tot wie hij zich leek te richten toen hij vooroverneeg -
het zou kunnen:
in de verwachting dat de stilte die in de zaal begint te heersen nu
verandert in rust
zoals buiten een avondlijk onweer kan overgaan in windstilte en
de nacht valt wanneer er alleen in de verte nog gerommel is te horen.